H.J. Krebbers, (1852-1936) jarenlang onderwijzer in Vorden.
H.J. Krebbers, (1852-1936) jarenlang onderwijzer in Vorden.

Historische Kring Wederden

Columns

Deze keer een ‘maandversje’ uit 1921 voor de bloeimaand mei, van de in Gelselaar geboren schrijver H. J. Krebbers (1852-1936). Hij publiceerde een reeks maandelijkse gedichten in de Zutphensche Almanak, waaraan hij vele jaren meewerkte. Gedichten van Krebbers boeien, vooral vanwege zijn achtergrond.

Mei, de bloeimaand.

De nachtegaal schatert, de lijster fluit

Zoo lustig en lief nu, de dag in, dag uit

Op velden en wegen

Tuigt alles van zegen.

Natuur, weer met groen en bloemen getooid,

Is schooner dan ooit.

Het Leven, in ’t ijs van den winter verloren,

Werd glansrijk herboren.

Zoo was het, alle eeuwen vóór dezen;

Zoo zal ’t ook na dezen wezen.

Enige tuinadviezen uit de Zutphensche Almanak van 1921 die bij het gedicht werden vermeld.
Men legge nog late groote boonen, peulen en doperwten, snij, aspergie en saladenonen, men zaaie spinazie, radijs, rammenas, kervel, dunsel, kropsalade en koolrapen. Men ente en oculere nog de boomen. Bij droogte begiete emn de planten des ’s morgens, opdat de nacht dezelfe niet te veel verkoelen moge; in de zomer is het beter dit des ’s avonds te doen.

Afbeelding
De boerenmoestuin.