Gravende deelnemers in het werkverschaffingsproject.
Gravende deelnemers in het werkverschaffingsproject.

Historische Kring

Columns

Stakingen en strijd van dwangarbeiders
tijdens de aanleg van het Twentekanaal

Deel 3. Het handmatig graven

De crisis duurde voort en de werkloosheid nam sterk toe. Eind 1932 werd er besloten om delen van het Twentekanaal niet meer mechanisch, maar handmatig, met inzet van werklozen, aan te leggen. Zo wilde men werkgelegenheid scheppen voor het toenemend aantal werklozen. Bezwaren van vakbonden en zelfs in enigermate van projectleider Wentholt van Rijkswaterstaat werden overruled. De kosten op het eerste tracé namen daardoor toe van 49.000 gulden naar 142.000 gulden. Zeven keer zoveel arbeiders waren er nodig op dat tracé en die konden daarmee net iets boven hun uitkering verdienen.

Tegen de erbarmelijke arbeidsomstandigheden kwamen nog datzelfde jaar protesten. Een loonsverlaging van 1,25 gulden leidde tot een spontane staking. Een groep van 170 mannen liep anderhalf uur naar de volgende groep, waar de politie probeerde te verhinderen dat ze contact maakten. Maar de meegebrachte en nog eens extra geslepen schoppen maakten een dusdanige indruk dat een delegatie van negen man toch tot de collega’s werd toegelaten, die daarop mee in staking gingen.

In Enschede bood NAS-propagandist Dirk Schilp steun aan, op voorwaarde dat de inzet zou worden: een staking aan het hele Twentekanaal. De succesvolle stakers vertrouwden echter liever op hun eigen gekozen leiding. Ze zetten in op de stop van de werkverschaffing in heel Twente en de omzetting naar productief werk met contractloon. Plus praktische verbeteringen op het werk. De Tribune was enthousiast en schreef dat de Communistische Partij Holland (CPH), de RVO en de Internationale Arbeiders Hulp (IAH) zoveel mogelijk moesten doen voor de staking. Maar na een week stopte de zo euforisch begonnen staking alweer. Mede doordat alle bonden, ook het NAS, de stakers bewogen om een terugkeerverklaring te tekenen. Op drie ‘raddraaiers’ na konden alle stakers, nadat ze een herplaatsingsverzoek hadden ingediend, terug in de werkverschaffing.

Deze poging om zonder de bonden eendrachtig als arbeiders op te treden tegen de overheid had niet het beoogde succes. Er werden nog steeds geen contractlonen betaald. Maar er was wel een stevig signaal afgegeven en de 1,25 gulden loonsverlaging ging niet door, volgens De Tribune “uit angst voor deze door de arbeiders zelf geregisseerde actie”. Het ministerie werd nog strenger en drukte gemeenten op het hart om alleen nog steun in natura te geven aan stakers en bedreigers van voormannen. Zij werden uitgesloten van de werkverschaffing. In de samenleving bestond het idee dat de stakers lui waren en daarom uit de werkverschaffing wilden. Gelukkig konden ervaringsdeskundigen in kranten nog wel eens weerwoord bieden: ze wilden best aan het kanaal werken, maar dan voor normale contractlonen.

Van dwangarbeid en hongerlonen. De strijd om het bestaan aan het Twentekanaal 1930-1938”, Henk Kleinhout. Uitgeverij: Aspekt, € 19,95. ISBN: 9789463380119.