Afbeelding

Taalontwikkelingsstoornis (TOS) bijjonge kinderen; vaker dan dyslexie

Algemeen

WIERDEN – Wat kun je doen als je merkt dat je zoon of dochter moeite heeft zichzelf verstaanbaar te maken en het blijkt geen taalachterstand te zijn. Dan kan er sprake zijn van een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Deze stoornis is nog vrij onbekend, waardoor deze ook niet vaak herkend wordt. En dat is op z’n minst zorgwekkend, want ongeveer vijf procent van de kinderen heeft vermoedelijk een taalontwikkelingsstoornis. Dat betekent dat in de gemeente Wierden zeker tientallen kinderen last hebben van deze ontwikkelingsstoornis.

Ook Gerlinde Blokland uit Wierden merkt dat er te weinig aandacht is voor TOS. Twee van haar kinderen hebben te kampen met dit probleem en ze liep regelmatig tegen muren van onbegrip aan, puur door onwetendheid. “Bij het consultatiebureau ontdekten we dat de spraakontwikkeling van onze zoon, toen 2,5 jaar, achter bleef. Het is heel normaal dat een kind dan al heel wat woorden spreekt en ook al twee woordzinnen kan maken.  Dat was bij ons niet zo. Ook onze jongere zoon van drie jaar heeft een (vermoeden van) TOS, dat hebben we nu sneller ontdekt doordat we het hele proces inmiddels al een keer door zijn gegaan.”

Taalontwikkelingsstoornis

Een taalachterstand is niet hetzelfde als een taalontwikkelingsstoornis. Een taalachterstand kan ontstaan als een kind bijvoorbeeld zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren. Het proces van taalontwikkeling verloopt afwijkend doordat de hersenen taal niet optimaal verwerken. Alleen meer aanbod helpt dan niet. Er is een gespecialiseerd behandelaanbod nodig.

Nu, op ruim zesjarige leeftijd, gaat het spreken stukken beter maar nog steeds is goed te merken dat het niet vanzelfsprekend en soepel verloopt. “Je kunt TOS zien als een soort kortsluiting die in het hoofd ontstaat. De verwerking van woorden en de taal zelf duurt langer. Het lijkt daarmee ook op dyslexie, maar is totaal niet te vergelijken. Daardoor wordt het ook niet altijd herkend.”

Soms wordt gedacht dat het kind niet zo slim is of een ontwikkelingsachterstand of vorm van autisme heeft. Inmiddels is duidelijk dat TOS wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische factoren en omgevingsfactoren. Te weinig voorlezen veroorzaakt geen TOS. Het is belangrijk dat kinderen zo snel mogelijk worden geholpen en de taal- en spraakontwikkeling wordt gestimuleerd. De taal- en spraakontwikkeling is namelijk het sterkst tot ongeveer het zevende levensjaar.

Taaltrein

Gerlinde heeft veel steun aan hulp vanuit de Taaltrein van Kentalis. Kinderen krijgen daar behandeling op het gebied van de spraak-taalontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Op de Taaltrein is onder andere een logopedist en pedagogisch behandelaar aanwezig. Dit is tot de leeftijd van vijf jaar, daarna geldt de leerplicht. “Je moet veel geduld hebben en het kind niet overvragen. Een speciale school kan voor sommige kinderen met een taalontwikkelingsstoornis goed zijn, maar wij hebben bewust gekozen voor een reguliere basisschool, het Kluinveen. De groepen zijn daar kleiner, waardoor er nog relatief veel aandacht voor alle kinderen individueel is. Daarnaast is de begeleiding van Kentalis goed. Maar je moet wel die wegen er naar toe kennen; als je onbekend bent met TOS en wat er mogelijk is, heb je het gevoel dat je in het diepe wordt gegooid. Ik wil met mijn verhaal de ogen van andere ouders openen en ze laten weten dat er voor TOS goede ondersteuning is. En je gelooft het misschien niet, maar het komt zelf meer voor dan dyslexie, terwijl dat inmiddels bekend is en er allerlei voorzieningen voor zijn.”

Meer informatie over TOS is ook te vinden op www.kentalis.nl.