
Historische Kring Wederden
ColumnsHendrik Broeze van de Rijvereniging De Eschruiters uit Wierden Kampioen Landelijke ruiters
LEUSDEN - Op het landgoed Den Treek in Leusden heeft Hendrik Broeze uit Wierden het Nederlands kampioenschap veelzijdigheid van de landelijke ruiters behaald. Aan de wedstrijd, die een dressuurproef, een cross-country en springen omvatte, werd deelgenomen door 33 combinaties uit negen (gewesten van de Koninklijke Nederlandse Federatie van landelijke rijverenigingen.
“De man die de uitslag bekend maakte zei: de oudste deelnemer en het grootste paard zijn kampioen geworden. Nou ja. toen wist ik het al hè. Want ik was de oudste en ik had het grootste paard”.
Hendrik Broeze tracht bij deze woorden zijn kin ongeveer in het lijf van Wibaut te dringen. “Weet je waaraan je kunt zien dat Wibaut groot is? Kijk als je je kin op het lichaam van het paard legt, moet je normaal over het zijn rug heen kunnen kijken. En je ziet het dat lukt je bij Wibaut niet”, de grote schimmel, waarmee de 51-jarige landbouwer, uit het Westenvenne bij Wierden, twee weken geleden te Leusden de Nederlandse titel veelzijdigheid veroverde.
De uitslag was:
1. H. Broeze (Wierden) met Wibaut, 319¾ punten. 2. T. Boerma (Espel) met Urbi 318,5 punten.
3. D. Groenewoud (Velp) met Picador, 313 punten 4. H. R. Smit (Middenmeer) met Magyar, 309¾ punten.
5. H. de Haan (Breukelen) met Heino, 308¼ punten.
Broeze heeft in zijn carrière als ruiter zes paarden gehad. Hij vindt dat je, als je een merrie of een hengst geschikt wilt maken voor veelzijdigheidswedstrijden altijd een instructeur nodig hebt. Niemand kan volgens hem een paard alleen inrijden. “Het is de kunst een nieuw dier een zogenaamde ‘groen’ goed voor de benen en aan de teugel te krijgen. Dat wil zeggen dat de kuiten van de berijder de actie van het paard moeten opbrengen en dat het niet moet lopen te rukken om het bit uit de mond te krijgen”, zegt Broeze.
Het meeste plezier heb ik tot nu toe wel gehad met Wibaut, de schimmel die ik nu berijd. Maar het bekendst is toch wel Épinal geweest. “Tjonge jonge dat was me een knaap van een paard. En vreemde kuren dat die had. Maar was ook voor niets en niemand bang. Al kwam er nog zo’n vreemde hindernis Épinal ging er overheen. Wibaut is veel voorzichtiger en weigert daarom nog wel eens. Dit voorjaar heb ik bij een testrit cross-country waarbij alle hindernissen vast zijn een rib gebroken. Mijn eerste reactie was, ik stop met die zware wedstrijden, maar ach je weet het was mijn eerste ongelukje in al die jaren en het bloed kruipt waar het niet gaan kan!” Vader Hendrik staat in het gezin niet alleen. Ook zijn broers en kinderen berijden paarden en zijn vrouw gaat als het enigszins kan mee naar alle wedstrijden.
* Uit de krant van 15 november 1965
